Als de tempratuur onder het nulpunt daalt kunnen je leidingen bevriezen. Wij hebben een ‘opfrissertje’ voor je en geven je tips hoe je bevroren waterleidingen kunt voorkomen.
Als de temperatuur tot onder het vriespunt daalt, kan dat zorgen voor prachtige sneeuwlandschappen en verfrissende sleesessies. Maar dit weer heeft ook een keerzijde. Het gevaar van bevriezing van jouw leidingen bijvoorbeeld, met alle beschadigingen en lekkages van dien.
Wij willen voorkomen dat jij als het buiten vriest, binnen geen stromend water meer hebt of andersom. Of dat jouw kelder langzaam in een binnenzwembad verandert. Zo voorkom je bevroren waterleidingen:
Komt er tijdens de vorst geen water meer uit jouw kraan? Of laat jouw verwarming je in de steek? Je hebt dan waarschijnlijk met bevroren leidingen te maken. Handel als volgt:
1. Controleer of je buren nog wel stromend water hebben. Is dat het geval, dan zijn jouw leidingen inderdaad bevroren.
2. Draai de hoofdkraan dicht.
3. Loop je leidingen na op scheurtjes.
4. Geen scheurtjes gevonden? Laat de leidingen dan ontdooien door er warme doeken omheen te binden en deze zo nu en dan door een nieuw warm exemplaar te vervangen. Op die manier smelt het water in de leiding heel geleidelijk. Het knappen van de buis wordt zo voorkomen. Ook een föhn of een elektrische kachel kan uitkomst bieden.
5. Is het ontdooien gelukt, zet de kranen in huis dan open. Vergeet er op sommige plekken trouwens geen emmers onder te zetten. Dat scheelt overlast als het water weer gaat stromen.
6. Zijn de leidingen vorstvrij? Zet de hoofdkraan dan voorzichtig open. Blijf alert op scheuren en lekken en schakel een loodgieter in als je alsnog op dergelijke tegenvallers stuit. Vergeet de hoofdkraan dan overigens niet weer af te sluiten!
Heb je bij stap 3 wél scheurtjes gevonden? Dan is het niet verstandig om zelf te gaan pionieren. Bel een loodgieter voordat je aan het ontdooien slaat.