Je ziet, ruikt of proeft het niet, maar dodelijk is het wel: koolmonoxide. Over dit gas gaan veel verhalen rond. Wij vertellen je alles over de feiten en misverstanden over deze sluipmoordenaar.
In Nederland overlijden jaarlijks gemiddeld 10 tot 15 personen aan een CO-vergiftiging en enkele honderden mensen belanden erdoor in het ziekenhuis. Ook kunnen te hoge concentraties tot explosies leiden. Toch heeft slechts 25 % van de Nederlanders een koolmonoxidemelder in huis. En het is nog maar de vraag of die melders op de juiste plekken hangen en of de batterijen nog wel werken. Jet Vroege-Gerth van Brandweer Nederland vertelt meer over koolmonoxide.
“Mensen zijn zich niet voldoende bewust van de gevaren van CO”, zo stelt Jet Vroege-Gerth. “Het probleem wordt vaak gelinkt aan oude geisers en gaskachels, terwijl in bijna de helft van de gevallen een moderne, goed onderhouden cv-ketel de oorzaak van een CO-vergiftiging is. Het zit ‘m dan vaak in het rookgasafvoerkanaal; dat kan door weersinvloeden beschadigen waardoor lekkages optreden, of de boel is gewoonweg niet goed aangesloten”, zo legt ze uit.
We beginnen bij het begin. Koolmonoxide (of CO) is een gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van bijvoorbeeld aardgas, benzine of hout. Zo’n onvolledige verbranding treedt vooral op als er weinig aanvoer van verse lucht is, of bij defecten van een verbrandingstoestel. CO wordt 250 keer sneller in je bloedsomloop opgenomen dan zuurstof, en dat terwijl je het gas zelf niet kunt waarnemen. Zonder melder in de buurt ben je je dus mogelijk van geen kwaad bewust.
Incidenten met koolmonoxide zijn serieuze aangelegenheden. Het gas kan tot allerlei gezondheidsproblemen leiden, zoals hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid en verwarring. Maar in hogere concentraties ook tot hartritmestoornissen en in hele ernstige gevallen de dood. Zelfs een vergiftiging met een ‘goede’ afloop, kan blijvende gevolgen hebben. “Ik ken verhalen van chronische vermoeidheid en concentratieproblemen”, vertelt Vroege-Gerth. “Misschien ben ik een vakidioot, maar ik neem zelfs een CO-melder mee als ik op vakantie ga.”
Er wordt al langere tijd van alles ondernomen om het aantal slachtoffers van koolmonoxidevergiftigingen terug te dringen. Hapklare lijsten met goed werkende CO-melders en online documenten over hoe je ze op de juiste manier installeert bijvoorbeeld. Vroege-Gerth: “En mensen mogen straks niet meer zelf hun ketel plaatsen.” Er komt tevens een keurmerk voor ketelmonteurs. Alles om te voorkomen in plaats van (gedeeltelijk) te genezen.
Al worden er vanaf 2021 geen gasgedreven cv-ketels meer geplaatst, er zullen nog lange tijd gasgestookte apparaten, houtkachels en haarden bestaan. Het risico op vergiftiging is echter relatief makkelijk te beperken; gebruikmaken van CO-melders. “Een goed werkende melder is onmisbaar als je een verbrandingstoestel in huis hebt”, aldus Vroege-Gerth. “Wil je met een gerust hart naar bed, dan moet je er minimaal één aan het plafond bij elk verbrandingstoestel hebben hangen, aangevuld met melders op ademhoogte in alle andere verblijfsruimtes.”
Bij veel mensen heeft het dreigende gevaar nog niet tot handelen geleid, zo blijkt uit de cijfers. Slechts 25% van de Nederlanders heeft een melder in huis. En dan zijn er ook nog specifieke installatie-eisen waaraan voldaan moet worden, wil ‘ie goed werken. Maar niet alleen bij burgers is het onderwerp te onbekend, ook bij huisartsen is ‘CO’ vaak nog onvoldoende in beeld. Vroege-Gerth: “Mijn huisarts stelde laatst dat het probleem met CO-vergiftigingen in onze wijk niet speelt. ‘Het is immers een nieuwbouwwijk met nieuwe cv-ketels’, zei ze. Zij had dus geen idéé dat ook nieuwe, goed onderhouden verbrandingstoestellen voor problemen kunnen zorgen. Ook waterpijp roken, thuis of in een lounge, en een parkeergarage boven een appartementencomplex kunnen overigens voor narigheid zorgen.”
En dat is een probleem. Zeker omdat er bij huisartsen op jaarbasis mogelijk de nodige slachtoffers van CO-vergiftiging op het spreekuur komen. Wanneer iemand lange tijd blootgesteld wordt aan relatief lage concentraties, kunnen de klachten heel gemakkelijk voor bijvoorbeeld griepverschijnselen worden aangezien. “Maar ook die lagere concentraties kunnen bij langdurige blootstelling (dagen/weken) voor onherstelbare schade zorgen.”
Het begint dus allemaal met een CO-melder; die slaat bij een dusdanig lage concentratie aan, dat je nog voldoende tijd hebt om te handelen. Daar kan dan ook meteen een misverstand uit de wereld geholpen worden, want:
Misverstand 1: een CO-melder geeft nóóit vals alarm.
“Als de melder afgaat, dus continu een luid geluid geeft, dan is er onomstotelijk CO gemeten; de melding wordt op basis van een chemische reactie in het toestel gemaakt.” Bij een continue piep áltijd handelen dus! Zo snel mogelijk voor frisse lucht zorgen en naar buiten gaan, is het advies van Vroege-Gerth. Is de batterij bijna leeg of de melder defect, dan hoor je korte piepjes.
Misverstand 2: alleen combimelders (rook- en CO-melders in 1) ophangen is voldoende.
Want dat is echt niet veilig genoeg, zo laat Vroege-Gerth weten. Een combimelder kan alleen in een ruimte geplaatst worden waar een verbrandingstoestel hangt. Dit vanwege de warmte die bij de verbranding vrijkomt, en dus een tijdelijke stijging van het gas. “Maar in de overige ruimtes moet je géén combimelders gebruiken, simpelweg omdat rook- en CO-melders daar op verschillende hoogtes moeten hangen”. En in het verlengde daarvan is er nog het volgende hardnekkige verhaal:
Misverstand 3: CO is zwaarder dan lucht; je moet CO-melders dus laag bij de grond plaatsen.
Daarmee wil Vroege-Gerth meteen ook korte metten maken. “Als ik één misverstand mag noemen, dan moet dát ‘m zijn. Want CO is níét zwaarder dan lucht. Een CO-melder moet dus níet laag bij de grond hangen; in alle ruimtes zonder verbrandingstoestel moet een CO-melder op ademhoogte geïnstalleerd worden”.
Bekijk het plaatsingsadvies van de Brandweer.