Op een dag begon het vroeg in de ochtend hard te stormen en regenen. Stormen kregen toentertijd nog geen naam. Maar om je een beeld te geven: het was er eentje in de categorie volgelopen fietstunnels en rubberbootjes op straat. Vol verbazing keek ik uit mijn raam. De achtertuin was deels overstroomd, maar doordat deze gedeeltelijk schuin afliep was er geen nood aan de man. Althans, dat dacht ik. Totdat ik de regen binnen verdacht goed hoorde. En ik tot overmaat van ramp natte sokken aanhad… Ineens zag ik het: het halve plafond van de uitbouw was doorweekt en de regendruppels lanceerden driftig op mijn nieuwe houten vloer. De paniek sloeg direct toe. 'Wat nu, wat moet ik doen', dacht ik.