Begunstiging

Alles over begunstiging op de overlijdensrisicoverzekering.

Wat is begunstiging?

De verzekeringnemer bepaalt met de begunstiging wie de uitkering ontvangt als de verzekering uitkeert. Deze persoon of personen zijn de begunstigde(n).

Wie ontvangt de uitkering?

We keren het verzekerd bedrag uit aan de 1e begunstigde(n). Is er geen 1e begunstigde, of is de 1e begunstigde niet meer in leven? Dan is de uitkering voor de 2e begunstigde(n). En zo verder.
Bij het afsluiten van de verzekering is dit standaard de volgorde van begunstiging:
  1. verzekeringnemer
  2. gehuwd of geregistreerd partner van verzekeringnemer
  3. kinderen van verzekeringnemer
  4. erfgenamen van verzekeringnemer
Hierop is 1 uitzondering: sluit je de verzekering af om bij overlijden een (deel) van de hypotheekschuld af te lossen? Dan kan de geldgever, vaak een bank, je vragen om de verzekering te verpanden. De geldgever wordt dan de pandhouder. En die krijgt bij overlijden de uitkering.

Wat is de rolverdeling op een overlijdens­risico­verzekering?

Verzekeringnemer
De verzekeringnemer is de eigenaar van de verzekering. De verzekeringnemer mag de polis afsluiten, wijzigen of beëindigen. Dit is ook de persoon die de premie voor de verzekering betaalt.

Verzekerde
Op het leven van de verzekerde wordt de verzekering afgesloten. Overlijdt deze verzekerde tijdens de looptijd van de verzekering dan ontstaat recht op uitkering van de verzekering.

Begunstigde
De begunstigde is de persoon die recht heeft op de uitkering na overlijden van de verzekerde. 

Voorbeeld 1:

  • De verzekeringnemer is A. Jansen.
  • De verzekerde is A. Jansen.
  • De begunstiging is:
  1. verzekeringnemer
  2. partner van verzekeringnemer
  3. kinderen van verzekeringnemer
  4. erfgenamen van verzekeringnemer


Uitleg:
In dit voorbeeld is A. Jansen de verzekeringnemer, de verzekerde en de 1e begunstigde. Wat gebeurt er als A. Jansen overlijdt?

  • De 1e begunstigde A. Jansen is overleden. Dus die vervalt. 
  • De 2e begunstigde is de partner van A. Jansen. Heeft A. Jansen een partner? Dan ontvangt de partner de uitkering. Heeft A. Jansen geen partner? Dan vervalt ook de 2e begunstigde.
  • De 3e begunstigde zijn de kinderen van A. Jansen. Elk kind ontvangt dan een gelijk deel van de uitkering. Heeft A. Jansen geen kinderen? Dan vervalt ook de 3e begunstigde.
  • De laatste begunstigden zijn altijd de erfgenamen.

Voorbeeld 2:

  • De verzekeringnemer is A. Jansen.
  • De verzekerde is B. Jansen.
  • De begunstiging is:
    1. verzekeringnemer
    2. partner van verzekeringnemer
    3. kinderen van verzekeringnemer
    4. erfgenamen van verzekeringnemer

Uitleg:
In dit voorbeeld is A. Jansen de verzekeringnemer en de 1e begunstigde. De verzekerde is B. Jansen. We noemen dit 'kruislings sluiten'. Wat gebeurt er als verzekerde B. Jansen overlijdt?
  • De 1e begunstigde is de verzekeringnemer A. Jansen en dus de ontvanger van de uitkering. 
  • Omdat de 1e begunstigde (verzekeringnemer) de uitkering ontvangt is de andere begunstiging niet meer belangrijk.
Het kruislings sluiten van een overlijdensrisicoverzekering is een veel voorkomende en logische keuze.

Je kunt de begunstiging aanpassen via Rabobank.

Als de verzekering is gestart, dan kun je kiezen voor een andere begunstiging. Rabobank helpt je hiermee. Denk alvast eens na over de volgende vragen:
  1. Wie wil je als 1e begunstigde(n)? Dit hoeft niet altijd je partner te zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld ook jouw kinderen zijn.
  2. Zijn jullie niet getrouwd, of hebben jullie géén geregistreerd partnerschap? Dan is het verstandig om je partner met naam als 1e begunstigde op de polis te zetten.
  3. Hebben jij en je partner kinderen uit een eerder huwelijk? Willen jullie dat alle kinderen als begunstigde worden vermeld? Of alleen de kinderen van de verzekerde of de verzekeringnemer? Ook dat kun je regelen met de begunstiging.

Goed om te weten:

Uit welke begunstiging kan ik kiezen?

Na de start van de verzekering kun je de begunstiging aanpassen. We hebben een overzicht gemaakt met de mogelijkheden waaruit je kunt kiezen.

Verzekeringnemer

Dit ben jij.

Echtgeno(o)t(e)
Dit is de echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner op het moment dat een verzekerde overlijdt.

Kinderen
Het begrip 'kind' is in de wet vastgelegd (Burgerlijk Wetboek). Denk bijvoorbeeld aan:
  • een eigen kind
  • een erkend kind
  • een geadopteerd kind
Een stiefkind is voor de begunstiging pas een kind, als in het testament is bepaald dat het stiefkind in de verdeling van de erfenis als eigen kind wordt gezien. Voor een uitkering aan de groep kinderen gelden speciale regels.

Broers en zussen
We verdelen de uitkering over de broers en zussen die nog leven als een verzekerde overlijdt.

Ouders
We verdelen de uitkering over de vader(s) en moeder(s) die nog leven als een verzekerde overlijdt.

Erfgenamen
Dit zijn de personen die recht hebben op (een deel van) de erfenis.

Wie bedoelen we met de begunstigden?

Dit is de persoon die het geld krijgt als je overlijdt. Vaak is dit de partner van de verzekerde, maar het kan ook iemand anders zijn. Lees alles wat je moet weten over begunstiging.

Waar kan ik meer informatie vinden over hoe de begunstiging werkt?

Hoe de begunstiging precies werkt, is soms best lastig. Dat ligt vaak aan hoe de wet ernaar kijkt. Lees alles wat je moet weten over begunstiging. Dit kan je helpen om de begunstiging te kiezen die het beste bij jouw situatie past.