Materialen en constructie

Het materiaal dat je kiest, bepaalt voor een groot deel de (brand)veiligheid van je gebouw. De beste keuzes zijn:

• Onbrandbaar isolatiemateriaal.
• Een inrichting van onbrandbare materialen (steen, beton, metaal).
• Rvs onderdelen en bouten.
• Golfplaten met een KOMO-attest.
• Datakabels van glasvezel.

Een stevige constructie en bevestiging van onderdelen maakt je bedrijfsgebouw 'stormbestendig'. Je bereikt dit als volgt:

• Bevestig je golfplaten stormvast. Gebruik per plaat het volgende aantal bouten:
  • Bovenste en onderste rij platen: 3 bouten per plaat per gording.
  • Platen aan de kopgevels: 3 bouten per plaat per gording.
  • Platen in het dakvlak: 2 bouten per plaat per gording.
  • Lichtplaten en gording: 1 bout op iedere golf per gording.
• Zorg ervoor dat het windverband nagespannen kan worden.
• Plaats bij lichtkoepels beugels om de 60 centimeter.
• Plaats een windsingel voor je gebouw om de wind te breken.

Door een ruimte in compartimenten op te splitsen, kan een brand niet overslaan naar een ander deel van het gebouw. Op die manier blijft een brand beperkt tot 1 ruimte of compartiment. Brandcompartimentering bereik je door gebouwen voldoende van elkaar te scheiden, maar ook met bouwkundige maatregelen. Bijvoorbeeld door deuren in een brandwand altijd brandwerend uit te voeren. Of door een brandwerende betimmering of manchetten rond bekabeling. Maak van technische ruimtes altijd een brandcompartiment. Dat levert tijd op voor de brandweer. In het Bouwbesluit staan de voorwaarden.

Emile van Nieuwenhoven, agrarisch specialist bij Interpolis, vertelt over een praktijksituatie waarbij ondernemers én hun dieren er na een brand goed vanaf kwamen.

Wij adviseren je om bij bouw van (bedrijfs)gebouwen te kiezen voor isolatiemateriaal van brandklasse A1 of A2. Kies je voor isolatiemateriaal van brandklasse B? Let dan op de inhoud van het B-certificaat en de manier waarop het materiaal verwerkt wordt.

De juiste isolatie kiezen, hoe doe je dat?
Bouwproducten in de Europese Unie kennen een classificatie die is gebaseerd op de brandbaarheid van het materiaal zelf, en op de bijdrage van het materiaal aan een brand. Er bestaan 7 klasseringen, van A1 tot F. Materialen van brandklasse A1 zijn onbrandbaar en leveren geen bijdrage aan een brand. De veiligste keuze. Materialen van brandklasse B zijn moeilijk brandbaar, en leveren een beperkte bijdrage aan een brand. In veel gevallen een goede keuze.

We signaleren een groei in het aantal aanbieders van isolatiematerialen met brandklasse B. Deze materialen verschillen enorm in prijs, samenstelling, kwaliteit en toepassingsmogelijkheden. De juiste keuze moet gebaseerd zijn op het gebruik, de inrichting en de constructie van je bedrijfsgebouw. Goed advies van je aannemer of bouwadviseur is hierbij belangrijk.

Brandklasse B, altijd goed?
Een leverancier van isolatiematerialen kan de B-certificering op 2 manieren verdienen. Het materiaal kan zelf brandklasse B krijgen (B-As Such). Als het materiaal een praktijktoets goed doorstaat, kan de toepassing van het isolatiemateriaal ook een B-certificaat opleveren (B-End Use). Materialen die een brandklasse B kennen door de toepassing, moeten worden opgehangen in H-profielen, zonder gebruik van horizontale naden en houten knellatten. Elke andere manier van monteren heeft gevolgen voor de brandveiligheid en brandklasse. Aannemers en bouwadviseurs moeten dit duidelijk aangeven om te voorkomen dat ondernemers onterecht denken dat hun pand brandveilig is.

Heb je vragen of twijfels over de manier waarop isolatie wordt aangebracht?
Neem dan contact op met je adviseur bij Rabobank. Die heeft kennis van zaken als het gaat om brandveiligheid, en helpt je hier graag mee. Ook vóór en tijdens de bouw.