Ondernemer Martin Straathof over hooibroei

Martin Straathof runt een stal met ongeveer 60 melkkoeien en een pension voor paarden. Zijn natuurland gebruikt hij voor het verbouwen van gras en voor de weidegang van zijn dieren. Hij maakt zelf ruwvoer voor de paarden en dat gebeurt heel precies.

'Bewust hooien betekent dat ik soms moet kiezen voor plastic om een baal, dan is het risico op brand weg. Het is wel duurder, en het hooi is minder goed te verkopen. Want: mijn klanten zien plastic om het hooi als 'kuilvoer'. Dat is voor een deel emotie, want als je voelt en ruikt is het nauwelijks van hooi te onderscheiden. Met 78% droge stof is het bijna hooi. Maar, ik kan het niet als hooi verkopen omdat het proces van fermenteren onder plastic anders is.'

Martin vertelt: 'Toen ik een hete hooibaal openmaakte, zag ik het smeulen in het midden van de baal. Ik heb meteen het loonbedrijf gebeld. Dat is een moment waarop je je realiseert dat het belangrijk is om te weten hoe warm het hooi is. Gelukkig heb ik nooit brand gehad, ik wil dat ook niet. Dit voorval liet me wel zien dat het goed is om te weten waar mijn risico’s zitten. Daarom testte ik met Interpolis sensoren die broei in het hooi kunnen monitoren en een alarm geven als het te heet wordt.'

​​Voor Martin is de belangrijkste graadmeter het vochtpercentage dat de loonwerker meet. 'Daardoor weet ik wat ik binnenhaal: 15% vocht voor een vaste baal is te hoog. Dan kies ik bewust voor losser geperste balen, zodat de warmte beter weg kan.'

In het jaar dat Martin de sensoren testte, was er extra aandacht voor het schudden van gras gemaaid aan de slootkanten. 'Hooi van slootkanten is gevoeliger voor vocht. Dat zie ik terug in de resultaten van de test met de sensoren', zegt Martin met een grijns. 'Voor mij een bevestiging dat we goede kwaliteit hooi leveren. De sensoren geven dat inzicht, al zorgen ze ook voor onrust. Zeker in het begin keek ik steeds weer in de app op mijn telefoon om de temperatuur te volgen. Eén baal ging boven de 40 graden! Als je ziet dat de temperatuur niet verder stijgt, dan geeft de app juist rust en weet je dat het goed is.'

'Door de sensor was deze baal in beeld en wist ik wat ik moest doen als de temperatuur verder ging stijgen. Het is gelukkig bij 40 graden gebleven, alarmen heb ik niet gehad. Dat zie ik als een bevestiging van goed en zorgvuldig hooien. Op enkele balen was een flinke regenbui gevallen. Die balen houd ik dan apart, met een sensor erin. Ik sta er nog van te kijken dat het met die balen helemaal goed gekomen is. De sensor gaf geen signalen dat de balen te warm werden, ze waren echt goed droog.'

Martin vertelt dat hij bij de eerste sensoren wel wat opstartproblemen had. 'Dat kan je verwachten in een testfase. De pennen zijn nu een stuk steviger en de batterijen zijn veel makkelijker te vervangen. Ook gaan de batterijen langer mee, zeker 3 tot 4 jaar.' Martin is positief over het verbeteren van de sensortechniek: 'Overstappen op technieken met sensoren gaat meer en meer gebeuren. Voorbeelden genoeg: meten of een koe tochtig is, melken met een robot, het meten van de grondtemperaturen of van broei in de kuil.'

De Mijdrechtse boer heeft nu de nieuwste versie hooibroeisensoren in gebruik. Volgens hem vooral van waarde voor boeren met veel hooi, grote balen en opslag op het eigen bedrijf: 'Dan is er een groter risico op brand door broei. En het geeft financieel voordeel als je kwalitatief goed hooi hebt, zeker als je het verkoopt.'

Meld je aan voor de Hooibroeimetingen. Onze hooibroeiadviseurs kunnen je helpen met temperatuurmetingen in de opslag van je hooi en stro.